Welke geestelijke invloeden heeft suiker op een kind?
De invloed van suiker op emoties
Van het eten van zoetigheden kan een mens ontspannen en het helpt negatieve gevoelens te verdringen. De geconsumeerde suiker activeert het beloningscentrum in onze hersenen en bezorgt daardoor een goed gevoel en een goed humeur. Maar hoe vaker we onze emotionele zorgen compenseren met zoetwaren, hoe meer we eraan gewend raken. Het gevolg hiervan is, dat mensen al zoetigheden gaan eten bij elk gevoel, bij elke stress en bij elke vermoeidheid.
​
Er wordt dan dus meer suiker geconsumeerd dan nodig is, en dit kan leiden tot o.a. de eerder genoemde lichamelijke invloeden:
Eén van de genoemde lichamelijke invloeden is de suikerdip. Hierbij is de bloedsuikerspiegel te laag, waardoor mensen zich vermoeid, slap, duizelig en trillerig gaan voelen. Met deze klachten wordt het humeur er niet beter op. Mensen worden chagrijnig en kunnen zelfs agressief worden.
Ook kinderen kunnen hier last van hebben, maar zij bepalen vaak niet zelf wat ze eten. Bij negatieve gevoelens zal een kind deze vaak niet compenseren door zoetwaren te gaan eten.
Suiker wordt natuurlijk niet alleen geconsumeerd bij negatieve gevoelens. Wanneer de kinderen zoetwaren krijgen van hun ouders (of deze wel zelf mogen pakken) zal er hetzelfde effect optreden, en zullen de kinderen zich na een heel kort positief gevoel al snel weer slechter gaan voelen.
Vaak wordt beweerd dat kinderen druk worden van het eten van suiker. Er zijn verschillende onderzoeken die aantonen dat dit niet waar is. Al in 1994 werd er een onderzoek uitgevoerd aan de Vanderbilt Universiteit in Tennessee. Uit dit onderzoek bleek dat er geen verschil in gedrag is aan te tonen, wanneer kinderen wel of geen suiker eten. Een ander onderzoek van de Universiteit van Kentucky toonde hetzelfde aan. Bij dit onderzoek kregen kinderen suiker toegediend zonder dat hun ouders dit wisten. De onderzoekers vonden geen verschil in gedrag. Toch vonden de ouders hun kinderen ineens stukken drukker. Dit komt er op neer dat ouders denken dat hun kinderen drukker worden van suiker, en dit dan zelf gaan geloven.
Er zal natuurlijk altijd wel glucose in het bloed moeten zitten, anders kunnen we niet normaal functioneren. De hoeveelheid glucose in het bloed kan worden gemeten. Op www.diabetesinfo.de staan waarden van de juiste hoeveelheid glucose in het bloed.
Bij een nuchter persoon met een normale en gezonde bloedsuikerspiegel zit er minder dan 100 milligram glucose in een deciliter bloed. Bij een nuchter persoon met een niet meer gezonde bloedsuikerspiegel zit er 126 milligram of meer glucose in een deciliter bloed.
Alle waarden tussen 100 en 126 milligram per deciliter bloed, zijn een teken van een verstoorde bloedsuikerspiegel.
Suiker kan dus wel voor een positief gevoel zorgen, maar dit veranderd al snel in een negatief gevoel. De bloedsuikerspiegel daalt te snel en zorgt voor klachten, die geen goede invloed hebben op het humeur.
De invloed van suiker op het leervermogen van een kind
Over dit onderwerp is zeer weinig bekend. Om te onderzoeken welke invloed suiker heeft op het leervermogen van een kind, moet met veel dingen rekening worden gehouden. Het leervermogen van alle mensen (dus ook kinderen) is verschillend. De ene persoon leert snel, de andere persoon doet er lang over om iets te leren. Ook moet er rekening worden gehouden met het suiker dat wordt ingenomen. Heeft de hoeveelheid van het ingenomen suiker ook verschillende invloeden op het leervermogen? Wat wordt er aan de andere groep (als deze er is) gegeven, die geen suiker binnenkrijgt? Is de invloed van suiker anders op kinderen dan op volwassenen? Met al deze factoren moet rekening worden gehouden. Ook kun je kinderen niet zomaar een overmaat aan suiker laten innemen. Kortom, het onderzoeken van de invloed van suiker op het leervermogen van een kind is erg moeilijk. Er zijn daardoor geen goede en betrouwbare onderzoeken te vinden. Wel wordt er over gesproken op bijvoorbeeld blogs. Maar dit zijn geen betrouwbare bronnen en vaak verhalen uit eigen ervaring van de schrijver.
Of suiker dus echt invloed heeft op het leervermogen van een kind is moeilijk te zeggen. Er is geen duidelijk en betrouwbaar onderzoek te vinden over dit onderwerp.
De mentale gezondheidsproblemen ten gevolge van suiker
Op www.nu.nl staat het volgende bericht:
Te veel suiker verhoogt mogelijk het risico op psychische stoornissen en depressies. Dat geldt voornamelijk voor mannen.
Britse wetenschappers van de University College London onderzochten het gebruik van suikerhoudende etenswaren en dranken onder meer dan 5.000 mannen en meer dan 2.000 vrouwen. De resultaten publiceerden zij in Nature.
De onderzochte groep werd over een periode van twintig jaar op regelmatige basis gevraagd naar hun suikerconsumptie. Ook werd middels vragenlijsten depressieve symptomen van de onderzoeksdeelnemers onderzocht.
De onderzoekers vonden een verband tussen de hoeveelheid suiker die de deelnemers consumeerden en het ontstaan van psychische stoornissen en depressies.
Mannen en vrouwen
Mannen met een hoge suikerconsumptie, meer dan 67 gram per dag, hebben 23 procent meer kans op het ontwikkelen van psychische stoornissen over een periode van vijf jaar. Tussen suikerconsumptie en het ontstaan van psychische problemen bij vrouwen is geen verband gevonden. Meer onderzoek is nodig om daar een verklaring voor te geven.
De onderzoekers bewandelden ook de omgekeerde weg en concluderen dat het hebben van een psychische stoornis niet automatisch leidt tot het consumeren van meer suiker.
Dit onderzoek toont aan dat suiker kan zorgen voor psychische stoornissen en depressie. De wisselingen in de bloedsuikerspiegel, hebben gevolgen voor ons humeur. Als dit steeds vaker of heftiger gebeurt kan dit uiteindelijk zorgen voor een depressie. Dit betekent natuurlijk niet dat suiker altijd direct leidt tot een depressie. Waarom dit niet bij vrouwen het geval is, is nog niet duidelijk.
Een van de psychische ziektes die in verband staan met suiker, is schizofrenie. Mensen met deze ziekte hebben last van vreemde gedragingen, verliezen hun emoties en hebben last van hallucinaties. Mensen met schizofrenie slikken antipsychotica. Dit zorgt niet voor de genezing van psychische ziektes, maar neemt angst weg. Bepaalde antipsychotica kunnen de kans op suikerziekte verhogen. Ze hebben invloed op de eetlust, wat voor een gewichtstoename kan zorgen. Bij iemand met aanleg voor suikerziekte kan een lichte tot matige toename in gewicht al leiden tot een verhoogde bloedsuikerspiegel. Dit kan uiteindelijk leiden tot suikerziekte.
Niet alleen bij schizofrenie wordt er antipsychotica geslikt. Ook bij hallucinaties en wanen bij Parkinson, gedragsveranderingen bij dementie, ernstige onrust, tics, ernstige hik, en nog enkele andere problemen worden antipsychotica voorgeschreven. Deze antipsychotica kan dus zorgen voor suikerziekte, maar het is niet zeker dat dit altijd gebeurt.
Van schommelingen in de bloedsuikerspiegel en suikerziekte kan men teveel van de in de darmen aanwezige gist/schimmel Candida albicans krijgen. Deze schimmel komt normaal gesproken ook voor in de darmen maar hoort niet te overheersen. Als er teveel van Candida albicans aanwezig is, kan de schimmel doordringen in het bloed en de cellen van andere organen in ons lichaam. Dit kan naast spijsverteringsklachten ook zorgen voor emotionele stoornissen, geheugenverlies en mentale stoornissen zoals depressie en waanbeelden.
Insuline speelt een rol bij de vorming en de groei van zenuwcellen. Het is dus essentieel voor het functioneren van onze hersenen. Insuline regelt o.a. wat en hoeveel we eten. Als er geen insuline aanwezig is, kan obesitas worden ontwikkelt zoals al bij ratten is aangetoond.
Mensen die antipsychotica slikken hebben dus meer kans op het ontwikkelen van suikerziekte. Suiker zelf kan ook voor geestelijke problemen zorgen, zoals ook bleek uit het onderzoek van de University College Londen. Suiker kan zorgen voor psychische stoornissen en depressie. Dit zal echter niet altijd gebeuren, en al helemaal als de suikerinname beperkt blijft.