top of page

Wat is de gemiddelde suiker inname van kinderen?

Hebben kinderen suiker nodig?

​Op www.kenniscentrumsuiker.nl staan getallen over de hoeveelheid koolhydraten (deze zijn van nature aanwezig en/of toegevoegd zoals o.a. glucose en zetmeel) die worden ingenomen van verschillende leeftijdscategorieën. Deze getallen hebben wij in een tabel gezet. (Er zijn geen betrouwbare cijfers te vinden van kinderen jonger dan 7 jaar). Tussen haakjes staat het gemiddelde percentage suiker dat bijdraagt aan de energie-inname. 

Hoeveel suiker krijgen kinderen gemiddeld per dag binnen? 

Ook staan er op www.kenniscentrumsuiker.nl getallen over de inname van toegevoegde suiker van verschillende leeftijdscategorieën. Deze getallen hebben wij in een tabel gezet. (Er zijn wederom geen betrouwbare cijfers te vinden van kinderen jonger dan 7 jaar). 

Is suiker verslavend? 

Gemiddeld nemen Nederlanders (7-69 jaar) 26 kg toegevoegde suikers per jaar in. Dit is ongeveer gelijk aan een gemiddelde inname van 71 gram toegevoegde suiker per dag. Gemiddeld is 55% van al het suiker dat we binnen krijgen toegevoegd suiker. Volwassenen (19-69 jaar) hebben zowel in grammen als in energiepercentages een lagere inname toegevoegde suikers dan kinderen (7-18 jaar). 

 

De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) raadt aan per dag niet meer dan 5% van je calorieën uit toegevoegde suikers te halen. Eén gram koolhydraten levert 4 calorieën. Deze richtlijn geldt voor alle koolhydraten, zowel toegevoegd als van nature aanwezig. Vers fruit is hierbij een uitzondering. De richtlijn hiervan is 2 stuks fruit per dag. Om een beter beeld te geven hebben wij in een tabel gezet wat dit gemiddeld per doelgroep betekend. 

Als de tabellen van de richtlijnen en de daadwerkelijk geconsumeerde suikers worden vergeleken, is te zien dat er (veel) meer suiker wordt geconsumeerd dan zou moeten. Later vertellen we meer over de gevolgen van het eten van te veel suiker. Er zijn niet voor niets richtlijnen, en het is duidelijk dat deze (ver) worden overschreden. 

Het lichaam heeft glucose nodig om normaal te functioneren. Simpel gezegd is glucose een brandstof voor ons lichaam. We halen er energie uit voor lichamelijke beweging en om onze hersenen te laten werken, waardoor we bijvoorbeeld kunnen denken. Al de glucose die we voor deze processen nodig hebben, kunnen we halen uit natuurlijke voeding. Zoals eerder verteld zit er bijvoorbeeld ook in groente en fruit suiker. Alle suiker die we binnenkrijgen, doordat ze aan producten worden toegevoegd, zijn overbodig. Het toevoegen van suiker aan een product kan zorgen voor productverbetering. Zo maakt het bijvoorbeeld de structuur beter en zorgt het voor een lange houdbaarheid. Voor mensen zelf is het toevoegen van suiker overbodig. 

Wanneer er meer glucose wordt gegeten dan nodig is om ons lichaam normaal te laten functioneren, kan dit grote gevolgen hebben voor lichaam en geest. Het kan o.a. zorgen voor een tekort aan belangrijke voedingsstoffen zoals vitaminen. 

Kinderen hebben dus zeker glucose nodig, maar alle benodigde glucose kan uit natuurlijke producten worden gehaald. Het is voor mensen zelf niet nodig om suiker toe te voegen aan producten. Vaak wordt suiker gebruikt als goedkoop opvulmiddel, maar het kan ook echt een functie hebben bij het verbeteren van een product. 

Avena et al deden onderzoek naar het mogelijk verslavend effect van suiker bij ratten. Zij ontwikkelden een model waarbij ratten, die van tevoren geselecteerd waren op hun voorkeur voor glucose, twaalf uur per dag van voedsel werden onthouden en vervolgens twaalf uur toegang kregen tot een suikeroplossing en normaal rattenvoer. Na een maand op dit schema vertoonden de ratten verschijnselen vergelijkbaar met afhankelijkheid, zoals binge-eten tijdens het eerste uur van blootstelling aan de suikeroplossing. Wanneer de ratten vervolgens geen toegang meer hadden tot de suikeroplossing werden onthoudingsverschijnselen (angst/stress) en hevige verlangens (verhoogde motivatie) naar de suikeroplossing  waargenomen. Maar dergelijke studies zijn zeer afhankelijk van de opzet en het atypische voedingsregime waaraan de ratten onderworpen worden. Niet het type voeding op zich, maar de studieopzet lijkt dan ook veel meer een bepalende factor te zijn bij het opwekken van ‘verslavingsverschijnselen’ in proefdieren. Bovendien consumeren mensen suiker met name in verband met de lekkere smaak, gezelligheid en ontspanning en niet zozeer om brandstof binnen te krijgen. Hoewel smaakbeleving ook een rol speelt bij dieren, ontbreken de cognitieve componenten. Bij dierexperimenten gaat het om de stof suiker, bij mensen gaat het om gedrag (snacken/snoepen, positieve situatie). Onder andere hierdoor zijn dergelijke dierexperimenten weinig representatief voor de menselijke situatie.

Bron: www.kenniscentrumsuiker.nl 

 

Bij dit onderzoek was er dus wel sprake van suikerverslaving. Het is echter een dierexperimenteel onderzoek. De uitkomsten hoeven dus niet voor mensen te gelden. 

 

Bij een verslaving verliest de gebruiker de controle over het gebruik van het middel en treedt er lichamelijke en/of geestelijke afhankelijkheid op. Ook heeft de gebruiker steeds meer van het middel nodig om hetzelfde effect te bereiken. De verslaafde krijgt last van ontwenningsverschijnselen als de inname van het middel wordt verminderd of als er geen inname meer is. 

Alle soorten drugs hebben invloed op de dopamine in de hersenen. Dopamine stuurt o.a. de ervaring van genot en blijdschap aan als onderdeel van het beloningscentrum in de hersenen. Bij het innemen van drugs vindt er een verhoogde dopamine afgifte plaats, wat een goed gevoel geeft. Ook bij het innemen van suiker verhoogd de dopamine afgifte. Een hoge dopamine afgifte in de hersenen zou typerend zijn voor een verslaving. Dit is echter een misvatting. Ook zorgt het luisteren naar muziek, het winnen van een prijs, het zien van een lachend gezicht, humor, het ervaren van liefde, enz. voor een verhoogde dopamine afgifte. Het beloningscentrum beloont normaal gesproken gedrag dat een organisme helpt bij het overleven. Voeding, o.a. suiker, is essentieel om te overleven, en geeft dus een positief gevoel. Als op basis van deze informatie zou worden geconcludeerd dat suiker verslavend is, dan zou bijvoorbeeld het luisteren naar muziek ook verslavend zijn. 

 

In een onderzoek van Weingarten en Elson bij jongvolwassenen rapporteerde de meerderheid (97% van de vrouwen en 68% van de mannen) weleens hevige verlangens naar bepaalde voedingsmiddelen te hebben. Vrouwen verlangen het vaakst naar chocolade (39%), mannen verlangen het meest naar pizza (15%). Hevige verlangens naar alleen zoete smaak, zoals gezoete koolzuurhoudende frisdrank, werd niet gerapporteerd. De onderzoekers concludeerden dat men vooral naar hartige producten en producten met een zoet-vet emulsie hevige verlangens had, waarbij textuur en mondgevoel de belangrijkste factoren zijn. Ook is het ervaren van hevige verlangens naar bepaalde voedingsmiddelen niet geassocieerd met het onthouden ervan, zoals je zou verwachten bij een verslavende stof, maar met stemming (verveling, angst en/of ongelukkig voelen).

Bron: www.kenniscentrumsuiker.nl 

 

Dit onderzoek laat zien dat er wel een hevig verlangen naar suiker kan zijn. Er ontstaan echter geen onthoudingsverschijnselen, als er geen inname van suiker is. Dit is bij verslavende stoffen wel het geval. 

 

Bij een verslaafd persoon is steeds meer van de verslavende stof nodig om hetzelfde gevoel te bereiken. Bij suiker is dit niet het geval. Mensen worden geboren met een voorkeur voor zoete smaak. Tijdens de adolescentie (overgang van jeugd naar volwassenheid) neemt deze voorkeur voor zoet af naar een voorkeur voor matig zoet. Bejaarden hebben niet meer een voorkeur voor matig zoet maar voor zoet. Er is dan dus meer suiker nodig om dezelfde smaak te creëren, maar dit telt niet mee voor onderzoek naar verslaving. Dit komt omdat de smaak- en reukwaarneming afneemt naarmate je ouder wordt. 

 

Ontwenningsverschijnselen zijn symptomen die kunnen optreden als er onvoldoende van of geen verslavende stof wordt ingenomen. Deze symptomen kunnen lichamelijk en geestelijk zijn. Zo kan iemand o.a. last hebben van angst, somberheid, misselijk zijn, transpireren en moe zijn. Bij suiker is dit niet het geval. Als er juist voor een langere tijd geen suiker wordt ingenomen, zijn er minder hevige verlangens naar suiker. Hevige verlangens hebben naar suiker kan wel, maar dit levert geen ontwenningsverschijnselen als er onvoldoende of geen suiker wordt ingenomen. 

 

Een hevig verlangen naar suiker bestaat dus wel, maar suiker is niet verslavend. Het houden van zoete producten komt wel voor. Het gaat daarbij om gedrag dat is aangeleerd doormiddel van prikkels die te maken hebben met een zoete smaak (niet specifiek suiker). Maar zoals verteld zijn er verschillen tussen suiker en echte verslavende stoffen. 

Lichamelijke invloeden

​

​

​

Geestelijke invoelden

Profiel werkstuk:

De invloeden van suiker

​

Wij zijn Silke en Merijne. Voor school maken wij een profiel werkstuk over suiker. Wij zijn op dit onderwerp gekomen, omdat het de laatste tijd een veel besproken onderwerp is. Wij geven op deze website informatie over suiker, maar ook over wat voor invloed suiker heeft op een kind (kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12).

​

bottom of page