
Welke lichamelijke invloeden heeft suiker op een kind?
De fysieke invloed van suiker op kinderen is hetzelfde als de invloed op het lichaam van volwassenen. Het lichaam van een kind is hetzelfde opgebouwd als dat van een volwassene. De volgende genoemde invloeden gelden dus voor alle mensen, er wordt daarom ook niet altijd specifiek gesproken over kinderen.
Is suiker een oorzaak voor obesitas?
De simpelste verklaring voor obesitas is het overeten. Hierbij neemt het lichaam meer energie op dan dat het verbruikt. Vooral een langdurige inname van grote hoeveelheden calorierijk voedsel en drank, en dan met name van lege calorieën, zorgt voor obesitas. Lege calorieën geven wel energie maar bevatten geen nuttige stoffen.
Suiker heeft geen nuttige voedingsstoffen, geen vezels en geeft geen gevoel van verzadiging. Suiker is niets anders dan een brandstof die we nodig hebben om goed te kunnen functioneren. Maar alles wat extra binnenkomt is overbodig. En eigenlijk betekend dat, dat voor de meeste mensen alle niet van nature aanwezige suiker overbodig is. Suiker hoeft dus niet meteen slecht te zijn. Zolang het ook weer wordt verbruikt is het eten van suiker niet erg. Maar wanneer er teveel suiker wordt gegeten, is er meer energie aanwezig dan nodig is. Dit zorgt voor een positieve energiebalans en dat kan zorgen voor gezondheidsproblemen.
De fysieke gezondheidsproblemen ten gevolge van suiker
Suiker geeft gezondheidsproblemen wanneer er een overschot aanwezig is in het lichaam. De suiker die niet wordt verbruikt bij het normaal functioneren van een mens, veroorzaakt dus de gezondheidsproblemen. Hieronder worden enkele gezondheidsproblemen, veroorzaakt door een teveel aan suiker, beschreven.
Een van de gezondheidsproblemen is diabetes type 2. Bij een overschot aan suiker kan obesitas ontstaan, en dit is een factor bij het ontstaan van diabetes type 2.
Wanneer mensen suiker eten stijgt de bloedsuikerspiegel. Het hormoon insuline zorgt ervoor dat de ongebruikte glucose wordt omgezet in glycogeen. Dit glycogeen wordt in het lichaam opgeslagen als reservestof. Ook stimuleert insuline de opname van glucose in andere lichaamscellen. Insuline zorgt er dus voor dat de bloedsuikerspiegel daalt. Omdat obesitas kan worden veroorzaakt door een teveel aan suiker, is bij mensen met obesitas de bloedsuikerspiegel vrijwel altijd hoog. Er is dan meer insuline nodig om de bloedsuikerspiegel op de goede hoeveelheid te krijgen. Door deze veranderingen in de hoeveelheid insuline kan diabetes type 2 ontstaan. Bij mensen met diabetes type 2 reageert het lichaam niet meer (goed) op insuline. Hierdoor blijft er altijd teveel glucose in het bloed zitten. Na verloop van tijd maakt het lichaam steeds minder insuline aan waardoor mensen soms zelf insuline in moeten spuiten.
Diabetes type 2 hoeft niet altijd te ontstaan door obesitas. Er zijn ook andere factoren die voor diabetes type 2 kunnen zorgen.
Een ander effect van suiker is, dat het nadelige gevolgen kan hebben voor het (kinder)gebit. In veel voedingsmiddelen zitten zuren, zelfs wanneer u deze niet proeft. Deze zuren zorgen ervoor dat het glazuur oplost. Het glazuur kan zichzelf weer herstellen, maar dit duurt een tijdje. Wanneer er te weinig tijd zit tussen de consumptie van deze zuren, krijgt het glazuur niet de kans om te herstellen. Glazuur dat eenmaal weg is komt niet meer terug. Er kan dan dus een gaatje ontstaan.
Suiker moet echter eerst met behulp van bacteriën in de mond worden omgezet in zuren voordat dit gevolgen heeft op het gebit. Producten met een zure smaak hebben dus eerder gevolgen op het gebit, dan producten met suiker en dus een zoete smaak. Toch is suiker de grootste factor bij het ontstaan van een slecht gebit, omdat er aan zoveel producten suiker wordt toegevoegd.
Fabrikanten voegen vaak juist suiker toe aan voedingsmiddelen met een zure smaak. De gevolgen op het gebit zijn dan nog groter. De belangrijkste producten waaraan suiker wordt toegevoegd om de zure smaak te verbergen, zijn frisdranken. Het drinken van (te veel) frisdrank kan grote gevolgen hebben op het (kinder)gebit.
Om het glazuur de kans te geven zichzelf te herstellen, wordt door tandartsen aangeraden om 3 hoofdmaaltijden en maximaal 4 tussendoortjes te eten/drinken.
Zoals eerder vertelt, stijgt de bloedsuikerspiegel traag wanneer er fructose wordt opgenomen. Dit komt omdat fructose eerst in de lever moet worden omgezet in glucose, voordat er een stijging zal plaatsvinden. Als het lichaam teveel fructose binnenkrijgt kan de lever overbelast raken. De fructose stapelt zich dan op. Het lichaam beschermt zichzelf door de fructose om te zetten naar vet.
Bij diabetespatiënten kan de bloedsuikerspiegel langdurig te hoog zijn. Ook dan kan het lichaam glucose omzetten in vetten. Wanneer dit te vaak gebeurt kan leververvetting ontstaan. Dit veroorzaakt vermoeidheid en een gevoelige buik rechts boven, vlak onder de ribben. Uiteindelijk kan de lever gaan ontsteken. Dit kan naast vermoeidheid en een gevoelige buik rechts boven ook zorgen voor misselijkheid, een jeukende huid en geelzucht (een gele huid en geel oogwit).
Ook de alvleesklier kan overbelast raken. Dit komt omdat dit orgaan de insuline maakt, die ervoor zorgt dat de bloedsuikerspiegel op de juiste hoeveelheid terug komt na het consumeren van suiker. Wanneer er te veel en/of te vaak suiker wordt ingenomen, moet de alvleesklier constant insuline produceren. Wanneer de alvleesklier overbelast raakt kan deze gaan ontsteken. Hierdoor kan hij geen of veel minder insuline produceren. Dit kan leiden tot diabetes.
Andere gezondheidsproblemen zijn hart- en vaatziekten. Volgens onderzoekers van de European Food Safety Authorithy (EFSA) en de European Heart Network (EHN) is er geen duidelijk verband tussen de inname van suiker en het risico voor hart- en vaatziekten. Een EFSA-panel vond geen duidelijke relatie tussen de inname van suiker en hart- en vaatziekten. De belangrijkste factoren voor hart- en vaatziekten zijn roken, overgewicht, een hoge cholesterol, een hoge bloeddruk, diabetes, stress en erfelijkheid. Hoe meer van deze risicofactoren iemand heeft, hoe groter de kans op hart- en vaatziekten.
Ondanks dat suiker volgens de EFSA en EHN geen directe invloed heeft op hart- en vaatziekten, kan suiker wel degelijk leiden tot deze problemen. Een aantal van de genoemde risicofactoren kunnen ontstaan door een teveel aan suiker. Bijvoorbeeld diabetes en overgewicht. Deze factoren kunnen weer leiden tot hart- en vaatziekten.
Deskundigen van het World Cancer Research Fund (WCRF) hebben geconstateerd dat suiker op zich geen kanker veroorzaakt. Toch is het belangrijk om op de voeding te letten. Hiermee kan men obesitas voorkomen en daarmee de kans op het ontstaan van kanker (met name borst- en dikkedarmkanker) verkleinen.
De beroemde wetenschapper Otto Heinrich Warburg ontdekte dat kankercellen versneld suiker omzetten in melkzuur. Dit effect wordt het Warburg-effect genoemd. Toen Otto Heinrich Warburg dit ontdekte wist hij niet of dit een symptoom was van de kanker, of een invloed die op de kanker wordt uitgeoefend. Het team van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), van de Vrije Universiteit Brussel en de KU Leuven hebben dit onderzocht. Het team kwam erachter dan de menselijke kankercellen die zij onderzochten, suiker omzetten in fructose, dat vervolgens een eiwit activeert, waarna de cellen vermenigvuldigden. Suiker bevorderd dus de groei van tumoren. Een suikervrij dieet kan helpen bij een betere genezing van kanker. Het kan de chemotherapie veel effectiever maken. Vooral ook omdat patiënten nu soms serums krijgen, die veel glucose bevatten, om aan te sterken.
Suiker kan ook invloed hebben op het verouderen van ons lichaam. Suikermoleculen kunnen zich binden aan eiwitten. Dit chemische proces heet glycatie. Bij de binding van suikermoleculen aan eiwitstructuren ontstaan schadelijke stoffen, ook wel versuikerde eiwitten. De versuikerde eiwitten kunnen de eiwitstructuren in ons lichaam aantasten. De eiwitstructuren bevinden zich in de botten, de vaatwanden, de ogen, het haar en de huid. De eiwitstructuren zijn de bouwstenen van ons weefsel. Ze zorgen voor stevigheid en elasticiteit van de huid. Wanneer deze eiwitstructuren worden aangetast door versuikerde eiwitten, ontstaan rimpels en verkleuring van de huid. Suiker kan dus zorgen voor veroudering van o.a. de huid en het haar.
Ook vermoeidheid en slaapproblemen zijn klachten die kunnen worden veroorzaakt door suiker. Wanneer er een grote hoeveelheid suiker wordt ingenomen, vindt er een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel plaats. Mensen krijgen hier energie van. Maar het lichaam gaat snel insuline produceren om de bloedsuikerspiegel te laten dalen. Dit gaat zelfs zo snel dat deze onder de normale waarde komt. Dit noemen we een suikerdip. Klachten van een suikerdip zijn duizeligheid, je slap voelen en trillerigheid. In deze suikerdip wordt het verlangen naar suiker groter, waardoor steeds weer hetzelfde effect ontstaat als er ook daadwerkelijk suiker wordt gegeten in de suikerdip. Dit is echter niet nodig, omdat het lichaam zichzelf hersteld door reservestoffen te gebruiken. De bloedsuikerspiegel komt dan weer op de normale waarde. Toch wordt er vaak meteen suiker ingenomen tijdens een suikerdip, in plaats van dat er wordt gewacht totdat de klachten over zijn.
De grote veranderingen in de bloedsuikerspiegel kunnen zorgen voor slaapproblemen. Wanneer er veel suiker wordt ingenomen, worden mensen hier energierijk van. Om dan in slaap te komen is erg moeilijk. Vervolgens daalt de suikerspiegel, en ontstaat er een suikerdip. In deze fase is het in slaap komen wel gemakkelijk. Het in slaap blijven is dan een probleem. De grote veranderingen in de bloedsuikerspiegel verstoren de aanmaak van het slaaphormoon melatonine. Dit zorgt ervoor dat er niet goed kan worden doorgeslapen. Mensen worden daardoor vaak wakker in de nacht.
Veel kinderen hebben last van slaapproblemen. Een oorzaak voor deze problemen kan dus de suikerdip zijn.
Suiker kan zorgen voor gezondheidsproblemen. Dit zal vaak alleen gebeuren als er teveel suiker wordt gebruikt. Wanneer er evenveel suiker wordt verbruikt als dat er ingenomen wordt, zullen de lichamelijke invloeden van suiker beperkt blijven.